Bij de aanpak van klimaatadaptatie staat het vergroenen hoog op het lijstje van maatregelen. De 3-30-300 regel komt bijna overal terug en steeds meer gemeenten leggen dat ook vast in het beleid. Dat betekent dat je vanuit je raam 3 volwassen bomen kan zien, 30% bladerdek hebt en je binnen 300 meter een koelteplek vindt.
Je zal ons niet horen zeggen dat het geen goed streven is. Bij het uitwerken van het beleid voor overheden liepen we alleen aan tegen de vraag of je met deze regel ook klimaatadaptief bent. We zijn dat eens gaan afpellen.
Vergroenen wordt over het algemeen ingezet om de omgeving koeler te maken, meer biodiversiteit te creëren en verbetering van de waterhuishouding. Over de laatste komen we zo nog terug. Maar gaan we in op hitte en biodiversiteit.
Vooral de gevoelstemperatuur wordt sterk beïnvloed door schaduw. Als de bomen in de straat zorgen voor 30% schaduw, verlaagt dat onder de bomen de gevoelstemperatuur. Maar schaduw van gebouwen, luifels en schaduwdoek doet dat ook. En deze laatste vallen niet onder de 3-30-300 regel. Dus onze conclusie was dat je beter het percentage schaduw als doel kan opnemen. Bij voorkeur veroorzaakt door bomen, maar het kan ook op andere manieren.
Voor de biodiversiteit is het belangrijk dat er variatie is in de vegetatie en dat vooral inheemse planten bijdragen aan een grote biodiversiteit. Dus naast ‘schaduwrijke’ bomen zijn ook struiken, kruiden en water(planten) van belang. Om te voorkomen dat je eentonig groen krijgt, zou in het doel juist moeten zijn dat er diversiteit is van inheemse soorten.
Onze conclusie hieruit was dat het beter is om een doel voor hitte (lees: schaduw) en een doel voor biodiversiteit te hebben. Bomen spelen daarin een belangrijke rol. Sterker nog, zonder bomen ga je de doelen waarschijnlijk nooit halen. Maar met 2 aparte doelen geeft het ontwerpers en beheerders wel de vrijheid om te bekijken hoe ze de omgeving het beste kunnen inrichten.
Dan nog het onderdeel water. Voor wateroverlast en droogte is vergroenen ook belangrijk, maar het zijn niet de maatregelen met de grootste effecten. Groen zorgt voor het beter opnemen van water in de bodem, waardoor het wateroverlast bij piekbuien iets vermindert. Dit extra water in de bodem vermindert de droogte, maar aan de andere kant hebben de planten ook meer water nodig. Onze conclusie was dan ook dat er naast het opnemen van doelen voor schaduw en biodiversiteit geen waterdoelen gekoppeld hoeven te worden aan het vergroenen.
We zijn natuurlijk wel benieuwd of je het eens bent met onze conclusies.